Administratieve verplichtingen

Aangifte vennootschapsbelasting

Nieuwe belastingplichtigen zijn verplicht zich aan te melden bij de Nederlandse belastingdienst. Een vennootschap opgericht naar Nederlands recht is te allen tijde verplicht om aangifte vennootschapsbelasting te doen (of de onderneming nu winst heeft gemaakt of verlies). De aangifte vennootschapsbelasting moet vóór 1 juni van het volgende fiscale boekjaar (als dit een kalenderjaar is) elektronisch worden ingediend. Echter, uitstel is onder voorwaarden mogelijk. De aangifte vennootschapsbelasting wordt samen met de jaarrekening en toelichting ingediend.

Aanslagen

Een voorlopige aanslag wordt over het algemeen opgelegd binnen een maand na aanvang van het (fiscale) boekjaar, en is gebaseerd op het gemiddelde van de belastbare bedragen van de twee voorgaande jaren (indien beschikbaar). Na ongeveer acht maanden kan er een tweede voorlopige aanslag worden opgelegd gebaseerd op een schatting (waarbij de te betalen belasting wordt verrekend met de belasting die was betaald naar aanleiding van de eerste aanslag). Deze voorlopige aanslagen tijdens het fiscale boekjaar kunnen worden betaald in net zo veel termijnen als dat er maanden resteren in dat lopende boekjaar. Een nadere voorlopige aanslag kan worden opgelegd nadat de aangifte is ingediend en indien het bedrag van de verschuldigde belasting hoger is dan het bedrag van de voorlopige aanslagen.

Zodra een definitieve aangifte is opgelegd dient de (eventueel) verschuldigde vennootschapsbelasting binnen twee maanden te worden betaald. Na deze definitieve aanslag kan er binnen 5 jaar na de laatste aanslag, of 12 jaar indien het buitenlands inkomen of vermogen betreft, worden nagevorderd middels een navorderingsaanslag. Merk wel op dat deze navorderingsaanslag slechts kan worden opgelegd indien sprake is van bij de inspecteur nieuw beschikbare informatie (het zogenaamde nieuwe feit, bijvoorbeeld naar aanleiding van een boekenonderzoek) of indien de belastingplichtige “te kwader trouw” heeft gehandeld.

Fiscale rapportage in functionele valuta

Een Nederlandse belastingplichtige stelt in beginsel zijn belastbaar inkomen vast in euro’s. De belastingplichtige kan echter ervoor opteren om het belastbaar inkomen te bepalen in een andere functionele valuta dan de euro, onder de voorwaarde dat de jaarrekening van de belastingplichtige eveneens wordt opgesteld in dezelfde functionele valuta (met ingang van het boekjaar dat begint met de functionele valuta). Bovendien dienen de activiteiten van de internationale groep waar de belastingplichtige deel van uitmaakt het gebruik van dergelijke functionele valuta in de jaarrekening van de belastingbetaler te rechtvaardigen. Een andere voorwaarde is dat deze regeling gedurende ten minste tien jaar wordt toegepast. Zij is van toepassing vanaf het jaar volgend op het jaar waarin het verzoek is ingediend. Na tien jaar is stopzetting mogelijk vanaf het jaar volgend op het verzoek tot stopzetting.